Toename vogelgriepgevallen in meerdere provincies
Sinds november 2024 is er een toename van vogelgriepgevallen onder wilde vogels in Nederland. Het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) rapporteerde op 7 februari 2025 dat het virus is bevestigd bij vogels in de provincies Groningen, Friesland, Noord-Holland, Flevoland en Zuid-Holland. In totaal gaat het om 86 positieve gevallen, voornamelijk bij ganzen, enkele roofvogels en diverse andere vogelsoorten.
Vogelgriep, ook bekend als aviaire influenza, is een zoönose, wat betekent dat het potentieel overdraagbaar is van dier op mens. Het DWHC adviseert om voorzichtig te zijn bij het benaderen van dode wilde vogels en je aan de hygiënemaatregelen te houden. Bij het vinden van een dood dier dat men wil laten ophalen voor onderzoek, is het belangrijk het dier dubbel in plastic te verpakken zonder het met blote handen aan te raken. Een handleiding over het omgaan met wilde dieren met vogelgriep is te vinden op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Vogelgriep vormt ook risico voor zoogdieren
Naast vogels kunnen ook zoogdieren besmet raken met vogelgriep. Op 11 januari 2025 werd in Hoofddorp een vos met afwijkend neurologisch gedrag gevonden. Na melding bij de NVWA testte het dier positief voor vogelgriep. Carnivoren en aaseters kunnen besmet raken door het eten van geïnfecteerde wilde vogels. Monitoring van deze dieren is belangrijk om in de gaten te houden of het virus zich aanpast en mogelijk makkelijker onder zoogdieren verspreidt. Daarom vraagt het DWHC extra waakzaamheid voor dode en zieke carnivoren en aaseters, vooral in gebieden waar vogelgriep heerst, rondom pluimveebedrijven en op plekken waar veel vogels samenkomen.
Belang van meldingen
Het melden van dode vogels is van belang om een beter beeld te krijgen van de geografische verspreiding van het virus en de impact op verschillende vogelsoorten. Meldingen kunnen worden gedaan via de website van het DWHC of Sovon Vogelonderzoek Nederland. Beide organisaties werken al jarenlang samen om vroegtijdig signalen van ongewone vogelsterfte op te vangen. Een deel van de gemelde vogels wordt opgehaald voor verder onderzoek.
Wat te doen bij een vondst?
In een reactie op vragen van de Jagersvereniging over de huidige situatie benadrukt het DWHC het belang van het melden van dode wilde dieren via hun meldingsformulier. Per dag wordt afgewogen welke dieren kunnen worden opgehaald voor pathologisch onderzoek, wat altijd in overleg met een medewerker van het DWHC gebeurt. Ook als een dier niet wordt opgehaald voor onderzoek, is het melden waardevol om zicht te houden op eventuele buitengewone sterfte onder wilde dieren in Nederland.
Voor specifieke protocollen bij het vinden van dode wilde vogels of zoogdieren, verwijst het DWHC dus naar de eerder genoemde handleiding van de NVWA. Bij het aantreffen van een nog levend ziek wild dier kan contact worden opgenomen met de dierenambulance. Voor dode wilde dieren kan dus het meldingsformulier op de website van het DWHC worden ingevuld.
Bij dode aaseters of carnivoren met afwijkend gedrag vóór de dood wordt geadviseerd contact op te nemen met de NVWA via telefoonnummer 045 – 546 31 88.
Het DWHC benadrukt dat meldingen van dode wilde dieren essentieel zijn om inzicht te krijgen in de verspreiding en impact van vogelgriep in Nederland. Iedereen die een dier meldt, draagt bij aan het monitoren van de gezondheid van onze wilde fauna.
Het bericht Toename vogelgriepgevallen in meerdere provincies verscheen eerst op De Jagersvereniging.
Bron: Jagersvereniging | 13-02-2025
Terug naar jachtnieuws