• De Jachtkelder
  • Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging
  • Zooplus
  • Peak Sport
  • Pluto Sport
  • Argentijnse dog (Dogo Argentino)

    Geschiedenis

    De Argentijnse Dog of Dogo Argentino is de nationale hond van Argentinië. De maker van het ras was Dr. Antonio Nores Martinez, een wel bekende dokter en gezinslid van een traditionele plaatselijke familie uit Cordoba een provincie van Argentinië. Hij wilde een krachtige en moedige jachthond scheppen, die bovendien een goede waak- en familiehond was. De eisen die aan de hond werden gesteld waren hoog, want het beoogde wild bestond uit wilde zwijnen, poema’s en jaguars. Met de old Fighting Dog of Cordoba als uitgangspunt werd daarna de gevlekte Duitse Dog ingekruist, evenals de Mastin De Los Pirineos, de Bordeaux Dog, de Boxer, de Bull Terrier, de Pointer en de Ierse Wolfshond. In 1928 zorgde zijn passie voor honden dat hij de basis en ras standaard maakte voor een nieuw ras, genaamd de Dogo Argentino (Argentijnse Dog). Deze standaard werd voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift "DIANA" in het jaar 1947 te Buenos Aires.

    Later in 1956 tijdens een jacht trip werd Dr.Antonio Nores Martinez vermoord door dieven. Toen heeft zijn broer Dr.Augustin Nores Martinez de moeite genomen om zijn broers werk (de perfecte jacht hond op groot wild) door te zetten.
    De Dogo is zijn gezin zeer trouw, en daarbij zeer vriendelijk voor kinderen. De hond heeft zich bewezen als een nobele loyale en beschermende hond te zijn voor zijn eigenaars en huisgenoten. Zijn kracht, uithoudingsvermogen, vasthoudendheid, geweldig reuk vermogen en dapperheid maken de Dogo de perfecte jachthond op groot wild zoals op poema's en wilde zwijnen.

    Op 3 februari 1954 is Dr. Agustin Nores Martinez begonnen met het registreren van zijn gefokte Dogo Argentinos en tot zijn dood, in het jaar 1978, werden door hem 1031 pups ingeschreven onder de kennel naam "DEL CHUBUT".

    Op 21 Mei 1964 werd het ras erkent in Argentinie door de Federacion Cinologica Argentina.(F.C.A.), het was pas op 31 juli 1973 dat de Federation Cynologique Internationale. (F.C.I.) de Dogo Argentino accepteerde als erkent ras.

    De eerste Dogo Argentino show werd gehouden op 20 juni 1971 en wel te Buenos Aires. De Dogo Argentino (Argentijnse Dog) is het eerste inlandse ras dat in Argentinië is ontstaan.

    Uiterlijk

    Schedel
    Massief, rond. De ronding van de schedel wordt veroorzaakt door de kauwspier, de hapspier en aan de achterkant door de nekband en de armhoofdspier.
    Voorsnuit
    Heeft dezelfde lengte als de schedel. Het hoofd vertoont, van profiel gezien, een ronde schedel, gevormd door de sterke spieren. De voorsnuit geeft het idee dat hij iets naar boven wipt bij de neus. Met andere woorden, de hond heeft een dogachtige schedel en de voorsnuit van een jachthond.
    Ogen
    Donker of amandelkleurig. Zwaar ooglid. De pigmentatie rond de ogen moet zwart of licht zijn. De ogen moeten goed uit elkaar staan en een levendige, intelligente, doch tegelijkertijd ook een harde uitdrukking hebben.
    Kaken
    De kaken moeten goed geproportioneerd en sterk zijn met grote tanden, die diep in de kaken staan. Het belangrijkste is, dat het gebit homogeen en vooral goed sluitend is. De hond mag geen cariës en onregelmatigheden in boven- of ondergebit hebben. Het is belangrijk, dat de 4 hoektanden groot en duidelijk zijn en perfect kruisen als ze hun prooi vasthebben.
    Neus
    Moet sterk zwart gepigmenteerd zijn en een lichte welving in de punt van de neus vertonen. De neusgaten moeten wijd zijn.
    Oren
    Moeten aangezet zijn naast de hoogste kant van de schedel. Ze moeten staand of half staand gedragen worden. De vorm is driehoekig en de oren.
    Lippen
    De lippenpartij moet goed droog zijn. Dus ze mogen niet hangen. Ze horen zwart gepigmenteerd te zijn. Occiput Deze mag niet uitsteken. Door de sterke halsspieren en banden is deze knobbel niet zichtbaar.
    Hals
    Deze moet sterk en gebogen zijn, maar toch een bepaalde gratie vertonen. De keelhuid moet dik zijn en plooien hebben zoals bij de Mastiffs en Bulldogs en niet strakgetrokken, zoals bij de Bullterrier.
    Borst
    Breed en diep. Het idee gevend, dat er grote longen aanwezig zijn. Het borstbeen moet voorbij de ellebogen komen.
    Thorax
    Met veel volume. Van de zijkant gezien moet hij de ellebogen passeren.
    Schoft
    Hoog geplaatst en sterk, met grote spierontwikkeling.
    Wervelkolom
    Moet hoog zijn bij de schoft, schuin naar beneden lopen en bij de lendenpartij licht gewelfd zijn.
    Voorbenen
    Moeten recht en massief zijn, met korte en compacte tenen.
    Lendenpartij
    Sterk gespierd.
    Achterhand
    Sterk gespierd en goed gehoekt. Voeten moeten compact zijn en mogen geen hubertusklauw hebben.
    Staart
    Moet lang en dik zijn. Wordt op een natuurlijke wijze naar beneden gedragen. Bij actie wordt de staart hoog gedragen met een voortdurende laterale beweging, zoals wanneer hij zijn baas bij thuiskomst begroet.
    Pigmentvlekken
    De Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) is een witte hond, dat wil zeggen dat de vacht over het hele lichaam wit is. De vacht is van korte en harde structuur. De standaard meldt dat een klein vlekje op het hoofd getolereerd wordt. Dit houdt in dat slechts heel weinig kleur in de vacht acceptabel is en dan ook nog alleen op de aangegeven plaats, dus niet op het lichaam. Vaak ziet men donkere pigmentvlekken op de huid, deze zijn bij de pup al waar te nemen op de buik. Na een jaar kunnen die vlekken zich nog op andere delen van het lichaam ontwikkelen. Deze vlekken zijn nodig om de hond zijn pigment te laten behouden. De standaard schrijft immers voor, dat de oogomranding zwart moet zijn, evenals de neusspiegel. Ook de lippen dienen rijk aan pigmentatie te zijn, dat wil zeggen, zwarte en geen vleeskleurige mondomranding. Ook is het wenselijk pigment te behouden in het gehemelte en aan de binnenzijde van de wangen. Puppen worden pigmentloos geboren. De ontwikkeling van pigment neemt men eerst waar na de leeftijd van 10 dagen. Er vormen zich dan kleine pigmentvlekjes op de neus die zich met het ouder worden verder ontwikkelen. De gehele ontwikkeling van pigment op neus, oogomranding en lippen kan 1 1/2 jaar in beslag nemen.
    Pigmentverlies
    Bij het fokken van de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) dient de fokker er rekening mee te houden, dat bij het streven naar geheel witte honden het probleem ontstaat van pigmentverlies. Men ziet dat de oogomranding niet meer tot stand komt evenals een niet geheel zwarte neusspiegel en soms ook roze lippen. Het verloren raken van pigment brengt grote nadelen met zich mee, namelijk doofheid en de. letale factor. Dat wil zeggen, dat bij het aanwezig zijn van deze factor de hond op zeer jonge leeftijd komt te overlijden.
    Doofheid en epilepsie
    Doofheid komt regelmatig voor bij dit ras. Een goede fokker test de pups voordat de nieuwe eigenaar deze komt ophalen. Epilepsie is ook een gezondheidsprobleem wat hier en daar in deze fokkerij voorkomt. Meestal wordt epilepsie pas zichtbaar na 1 1/2 jaar. Echter in het nest zult u geen aanwijzingen aantreffen die op deze kwaal duiden. Natuurlijk zal een goede zichzelf respecterend fokker zal voordat hij een combinatie van ouderdieren toepast, nagaan of er meerdere gevallen bekend zijn bij de voorouders. Soms zit dit probleem meerdere generaties terug en kan men geen controles doen. Ook de importhonden geven de garanties niet, men weet vaak niets of weinig van deze voorouders. Vraagt u daarom aan de fokker van uw pup wat voor schriftelijke garanties hij i.z. erfelijke afwijkingen geeft.
    Glasoog
    Soms komt men een Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) tegen die een donker en een heel lichtblauw oog heeft. Het komt ook wel voor dat men twee ogen waarneemt die heel lichtblauw van kleur zijn. Dit noemt men een glasoog en is een ongewenste eigenschap bij de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ).
    De vorm van de lippen
    Het is soms moeilijk om de rasstandaard juist te interpreteren. Wanneer dat blijkt dan kijkt men voor welke functie de hond gefokt is. Of de Dogo Argentino nu een echte Molosser of een zuivere dogachtige is, daarover kan men veel gedachten tegenover elkaar zetten. Het is zeker niet de bedoeling geweest van de bouwers van het ras om een dogachtige Dogo Argentino te fokken (immers alleen in Nederland is de Dogo Argentino onderverdeeld bij de groep Dogachtigen). De dogachtigen staan immers geboekt als beschermers van huis en hof en om ten strijde te trekken in de oorlogen. De makers van de Dogo Argentino wilden in hem een jachthond op groot wild zien, met sterke neus en goede wendbaarheid. Niet te zwaar en niet te licht van bouw. Wanneer we teruggaan naar de lipvorm, dan is het makkelijk te begrijpen wat de standaard aangeeft. Niet overhangend zoals de meeste dogachtigen, dus ook geen kwijlen. Niet overhangend, daar dit belemmerend zou werken bij het aangrijpen van het wild. De hond zou zijn eigen lippen kunnen beschadigen. Kenmerkend is echter bij de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ), dat hij iets losse mondhoeken houdt. Wanneer de hond de prooi goed vastheeft, biedt deze eigenschap de mogelijkheid om door te blijven ademen. Ook de goed geopende neusgaten en het iets opliggen van de neusspiegel zijn tekenen van functie. Immers bij de F.C.1. is onze Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) geregistreerd in groep 5; lopende honden.
    Functie keelhuid
    De standaard praat over een krachtige hals met goede spierreliëfs maar ook van keelhuid, zichtbaar in twee wammen. Meestal ontsiert veel keelhuid de sierlijke hals. Echter bij de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) is de keelhuid functioneel. Doordat de keel voorzien is van rekbaar soepele keelhuid, die niet strak en vast met de onderhuidse bindweefsels en spieren aan het lichaam vastzit, biedt deze eigenschap bescherming legen verwondingen aan de keel. De tegenstander die met grote scherpe klauwen en met bijten zich tegen de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog ) wil verdedigen, krijgt hierdoor minder kans de hals en slagaders te beschadigen.
    Oordracht en stand
    Alhoewel de standaard melding maakt van het gewenste niet te lang gecoupeerde Dogo Argentino-oor, ziet men de laatste jaren alleen nog Dogo Argentinos met gave oren. Dit in verband met de Nederlandse wet die het couperen van hondenoren verbiedt. Het land van oorsprong, heeft helaas de standaard nog niet aangepast, voor die landen waar een coupeerverbod geldt. Alleen het land van oorsprong heeft het recht om de standaard te wijzigen of aan te passen. De Nederlandse kynologie moet zich dus zelf gaan beraden over de nieuwe oorvorm en dracht bij de Dogo Argentino ( Argentijnse Dog )

    Gewicht 40 - 50 kilo.
    Hoogte 60 - 65 cm.

    Bron: Dogo Argentino Kennel De La Orgullo Blanco

    Links over de Argentijnse dog (Dogo Argentino):




    • Stichting Jachtopleidingen Nederland
    • Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging
    • Schilderijen Pieternel
    • De Jachtkelder
    • Big Game Hunting Afrika
    • Bushcraftshop.nl
    • Vereniging Het Ree
    • Waidmannsheil